De langlaufschoen is de schoen die vast zit aan de ski en waar zoals bij de meeste schoenen je voet in gaat. Je hebt verschillende soorten schoenen voor klassieke en skating stijl.
Klassieke schoenen
Bij de klassieke schoen is de enkel laag zodat je bewegingsruimte hebt om met name de diagonaalpas goed te kunnen uitvoeren. Begin je met rolskiën dan is een lichte enkelsteun aan te bevelen. Klassiek rollen gaat niet met een skating schoen, de hielkap is te stijf en de zool buigt te weinig mee (en kan scheuren). Sportieve langlaufschuinen hebben een zool die soepel buigt maar wel torsiestijf is.
Skatingschoenen
De skate schoen is hoger en geeft meer ondersteuning bij de enkel dan de klassieke schoen.
Skatingschoenen hebben vooral een hele stijve hielkap en daardoor kun je vooral de ski veel makkelijker kanten. Daarnaast zorgt de stijve hielkap ook voor meer balans zodat je nog langer boven je ski kan blijven en beter de afzet kan timen. Bij de duurdere skatingschoenen is ook de kap om de enkel en de hielkap van carbon wat meer stijfheid geeft.
Verder is natuurlijk belangrijk dat de schoen goed om je voet zit. De wedstrijdmodellen van Salomon en Madshus hebben een vrij smalle leest zodat de voet goed omsloten wordt.
Combischoenen
Naast skateschoenen heb je ook nog de combischoen. Het grote verschil tussen combischoenen en skate schoenen is dat de zool een stuk slapper is.
Dat die zool een stuk slapper is merk je vooral in de loop van tijd. Door het vele doorbuigen wordt de zool steeds slapper en dan merk je als je een keer “echte” skatingschoenen aan hebt dat je daarmee toch meer controle hebt.
Volgende:
Stokken >>